Je hebt last van een selectieve eetstoornis als je zoveel verschillende voedingsmiddelen niet kan eten dat je daar last van hebt. Het kan zijn dat je lichamelijke klachten krijgt doordat je essentiële voedingsstoffen mist, het kan zijn dat je last hebt in je dagelijks sociale leven omdat je niet mee kan eten.
De beperking in het eetpatroon kan variëren van het vermijden van één soort voeding (vaak groenten en fruit) tot het vermijden van alle voedsel, uitgezonderd één soort (vloeibaar) voedsel. De afkeer van het eten kan zich richten op hoe het eruit ziet, hoe het ruikt of hoe het smaakt of aanvoelt in de mond.
Een selectieve eetstoornis kan op verschillende manieren ontstaan, vaak gebeurt dat in de vroege jeugd. De behandeling ervan berust op een combinatie van stapsgewijze blootstelling aan het eten dat vermeden wordt en het herkennen en verwerken van de gedachten die de eetstoornis in stand houden.