Dik worden is in wezen een kwestie van energie, en dan hebben we het over calorieën. Je lichaam verbruikt calorieën en dat verbruik vul je aan door eten. Je lichaam is net een auto met een rekbare tank waar een onbeperkte hoeveelheid energie in kan. Het omzetten van potentiële energie uit voedsel of lichaamsvet in bewegingsenergie en vervolgens in warmte noemen we stofwisseling. Het lichaam verbruikt dus bij bewegen calorieën uit eten en lichaamsvet. De ruststofwisseling is wat je verbruikt als je niet beweegt, dit is gemiddeld 1500 calorieën per etmaal en het is meer naarmate het lichaam groter is of meer spieren bevat. Zodra je in beweging komt gaat je energieverbruik omhoog. We verbruiken per etmaal tweederde van onze calorieën voor ruststofwisseling en een derde voor beweging. In totaal komen we zo op 1500 calorieën voor ruststofwisseling en 750 voor kleine bewegingen, wat neerkomt op 2250 calorieën in totaal. Als je dagelijks tweeënhalf uur loopt, fietst, fitnest, met de kinderen sjouwt, tuiniert of de zolder opruimt verbruik je daarmee 750 kilocalorieën extra.
Eet je minder dan je nodig hebt dan eet je lichaam het vet uit je buik of billen op. Je valt dan af. Als je meer gaat bewegen val je ook af. In beide gevallen houdt het afvallen op een gegeven moment op, zelfs als je doorgaat met bewegen en je aan je dieet houdt. Als je afvalt wordt je ruststofwisseling lager, want je hebt minder lichaam in stand te houden. Ook verbruik je minder met bewegen, want je hoeft minder gewicht te vervoeren. Als je daarentegen meer eet dan je verbruikt slaat je lichaam het overschot op als vet en wat eiwit.
Het maakt wat dat betreft weinig uit of je te veel vet, eiwit, koolhydraten of alcohol eet, dat wordt allemaal omgezet in vet. Een calorie uit bruine bonen maakt in principe even dik als een calorie uit chocola, alleen kun je per dag meer chocola op dan bruine bonen want die gaan gauw vervelen. Er zijn dus geen voedingsmiddelen waar je van aankomt of afvalt, het gaat puur om de hoeveelheid calorieën die erin zit.
Veel diëten gaan ervan uit dat sommige voedingsmiddelen inherent goed voor het gewicht zijn en andere slecht. Dat is echter nooit bewezen.
Wat wel van belang is, is de verzadigingsfactor van voedingsmiddelen. Door voedingsmiddelen te eten met een hoge verzadigingsfactor krijg je minder snel weer honger en zal je dus minder eten bij de volgende maaltijd
Beweging
Sporten om gewicht te verliezen is geen goed idee. Het werkt niet; wie twee bonbons eet moet een uur en twintig minuten wandelen om al deze calorieën om te zetten in beweging. Onderzoek toont ook aan dat sporten amper invloed heeft op gewicht en dat wat je eet veel belangrijker is om gewicht te verliezen. En dat geldt nog meer voor mensen met overgewicht. En toch is sporten gezond. Niet zozeer om af te vallen, als wel om tal van chronische aandoeningen te voorkomen. Sport vermindert de kans op een hartaanval, dementie, depressie en een beroerte. Bij lichaamsbeweging is niet de intensiteit van belang, maar wel de frequentie. Dat wil zeggen dat je op geregelde tijdstippen moet bewegen, bijvoorbeeld vier keer per week een halfuurtje stevig doorwandelen.